Uit onderstaand overzicht wordt duidelijk dat Henk Haalboom niet de man was die op enigerlei wijze verantwoordelijk was voor de vermissing van Pim Overzier. Toch bleef het OM volhouden dat Henk de dader was.
Wat waren de ontlastende bewijzen:
- Op 27 januari 2002 werd Henk aangehouden door de politie. Het enige wat de politie op dat moment tegen hem in handen had waren roddelverhalen, die met name afkomstig waren uit de hoek van zijn ex-echtgenote.
- In de maand februari 2002 werd duidelijk dat Henk niet de beller was die namens een relatiebureau belde naar Pim Overzier. Dat bleek een Marokkaans type man te zijn.
- In de maand februari 2002 bleek uit de verklaring van getuige Bart V. en Everlien S. dat Henk op vrijdag 30 november 2001 geen brief van Pim aan Rianne Ee kan hebben gezien, omdat die brief niet voor half één ’s nachts kan zijn gepost en derhalve onmogelijk diezelfde dag kan zijn aangekomen.
- Uit de diverse getuigenverklaringen, waaronder die van zijn ex-echtgenote en vriendin Rianne, bleek dat Henk beslist geen jaloers persoon is. “Verre van dat”, beweerde zijn vriend. “Ik kan jaloezie niet bij Henk plaatsen”, verklaarden diverse anderen.
- Op 26 maart 2002 werd duidelijk dat getuige Annelies S. een ander type man in de polder zag staan nabij het graf van Pim en dat die man in een donkerblauwe Volvo reed. Bovendien herkende zij een andere man in de fotoconfrontatie.
- Op 31 mei 2002 bleek uit het sectierapport dat de patholoog-anatoom dr. Visser geen doodsoorzaak kon vaststellen en dat uit zijn bevindingen niet bleek dat er op Pim geweld was toegepast en dat er geen sporen van verstikking of verwurging waren.
- Het bloedvlekje noemde dr. Visser onverklaarbaar omdat hij geen sporen van letsels had gevonden. Het moet wel van de eerdere ontmoeting van Henk met Pim afkomstig zijn, mogelijk bij het uit de doos halen en bekijken van wijnflessen;
- Uit de getuigenverklaringen afgelegd gedurende de eerste maanden na Pims vermissing bleek reeds dat vele getuigen duidelijk maakten dat hij met stevige levens- en werkproblemen te kampen had. Desondanks werd hij door de officier van justitie getypeerd als een man zonder problemen.
- In november 2003 bleek uit de getuigenis van bosbouwkundige Jacob Vis dat de sporen van zand en aarde die in de auto van Henk werden aangetroffen niet exclusief in de polder voorkwamen, maar langs alle Nederlandse kusten en voormalige kusten.
- In november 2003 werden er door dr. Van de M. in het sectierapport van dr. Visser twee bewijzen gevonden die in combinatie met elkaar konden duiden op een acuut hartfalen, dus een natuurlijke dood. Voor het Hof bevestigde dr. Visser deze mening van zijn collega.
- Een oude schop die in de tuin van Henk werd gevonden en waarop zandsporen voorkwamen die ook in de polder voorkomen, bleek aantoonbaar niet van Henk te zijn. Dat werd duidelijk uit de verklaring van zijn tuinman, die zei dat de oude schop van Henk al in het begin van 2001 door hem was gebroken en dat hij een nieuwe schop had gekocht. Henk had geen oude schop meer; toch werd die oude schop als bewijs gebruikt.
- Henk zei in een (door de politie opgenomen telefoongesprek)tegen zijn zoon dat hij er vanuit ging dat zijn auto werd gezien, nadat hij van medegedetineerden had gehoord dat dit in Opsporing Verzocht was gezegd. Omdat Henriëtte S. een andere man met Henk’s auto had zien rijden en er met Henk’s auto een aanrijding was veroorzaakt waar hij niet bij was, kon hij er terecht van uitgaan dat zijn auto was gezien. Politieagent van T. schreef op dat Henk in dat telefoongesprek toegaf dat hij met zijn auto in de polder was geweest. Dat is niet de waarheid, want dat heeft Henk niet gezegd. Gelukkig bleek de juiste uitspraak van Henk op een bandje te staan en kon de advocaat van Henk aantonen dat de politieagent van T. een oneerlijk verslag had gemaakt van het telefoongesprek van Henk met zijn zoon. Toch werd de uitspraak die Henk niet deed even vrolijk voor het bewijs gebruikt. In Opsporing Verzocht werd inderdaad Henk’s auto getoond waarna Annelies S. meldde dat zij een Volvo had gezien. Later werd duidelijk dat zij een donkerblauwe Volvo had gezien en geen zwarte, zodat zonneklaar werd dat het Henk’s auto niet kan zijn geweest.
Al die ontlastende bewijzen zijn door het OM en het Hof gepresenteerd als belastende bewijzen, die uitgaan van de veronderstelling dat er sprake is van een moord door Henk Haalboom, terwijl er geen enkele deskundigenverklaring is die ook maar enige aanwijzing voor een moord heeft gevonden. Alle getuigenverklaringen wijzen op de betrokkenheid van andere mensen. Er zijn geen getuigenverklaringen die Henk Haalboom hebben waargenomen.