De rechters namen in hun vonnis aan dat Henk fysiek in staat moet zijn geweest om Pim Overzier te overweldigen en te verstikken. De rechters vonden het niet nodig om onderzoeken te laten verrichten waaruit zou kunnen blijken of Henk daar al dan niet toe in staat zou zijn. Zij meenden dat een reconstructie geen zin had, omdat ‘we’ niet weten wat er precies gebeurd is. De advocaten van Henk stelden dat in ieder geval een aantal zaken wel bekend zijn, namelijk:
- dat Henk in staat moet zijn geweest Pim te overweldigen, zonder daarbij geweld of drogerende stoffen te gebruiken, waarbij het een raadsel is hoe hij dat als 20 jaar oudere man, een kop kleiner en ongeveer 25 kg lichter dan Overzier, moet hebben kunnen doen. Pim was volgens het sectieverslag minimaal 1.92. Henk is 1.75 en 65 kg. Hij moet dus in staat zijn geweest om Pim tijdens die vermeende overweldiging onder controle te houden en tegelijkertijd te verstikken, zonder dat er sporen van geweld of verzet aanwezig waren.
- dat hij in twee uur tijd Pim moet hebben opgehaald in Apeldoorn, hem ergens hebben overweldigd en verstikt, vervolgens weer in de auto moet hebben getild, daarna in 55 minuten naar de polder moet zijn gereden, daar hem weer uit de auto moet hebben getild en hem over een afstand van 85 meter door een bijna ontoegankelijk bos moet hebben gedragen;
- dat hij in diezelfde tijd een graf moet hebben gegraven van 1 meter diep, twee meter lang en 50 cm breed, de humuslaag van 8 cm afzonderlijk moet hebben afgeschept en apart gehouden, Pim zonder valschade in dat diepe graf moet hebben gekregen, het graf weer dichtgegooid, de humuslaag teruggelegd, het graf gemarkeerd met stammen en in de grond gestoken afgezaagde takken. Dat allemaal in het stikdonker. De rechters die daar gingen kijken, verzuchten dat het zo donker was dat ze hun eigen schoenen niet konden zien. Toch trokken ze daaruit geen ‘logische’ conclusies.
Prof. Derksen berekende dat Henk die serie handelingen nooit binnen de veronderstelde tijd heeft kunnen verrichten. - dat Henk, ondanks zijn bekende rugproblemen, die door de orthopeed werden aangetoond en de gevolgen van zijn hartinfarct, die aanzienlijk grotere en zwaardere man moet hebben kunnen dragen, want er waren geen sleepsporen op het lichaam en op de kleding van Pim;
Nieuwe fysieke onderzoeken
Deze serie handelingen en situaties moet Henk kunnen hebben verricht en hanteren indien hij inderdaad Pim zou hebben vermoord. Hoe zou hij dat voor elkaar hebben moeten krijgen?
Zijn advocaten lieten onder leiding van deskundigen, waaronder ondermeer gerechtspsycholoog Van Koppen en hoogleraar sportgeneeskunde Backx, een reconstructie uitvoeren die de rechters niet nodig vonden. Dit leverde de volgende resultaten op:
- Professor Backx concludeerde op basis van zijn onderzoeken in het sportlaboratorium van het UMC en op basis van de uitkomsten van de reconstructie op de vermeende plaats delict, dat Henk met een aan zekerheid grenzende waarschijnlijkheid niet de fysieke kracht heeft gehad om de door de rechter vermeende handelingen te verrichten.
- Henk bleek niet in staat een man met het postuur van Pim Overzier te kunnen dragen of te verslepen.
- Henk bleek niet de fysieke kracht te hebben om zelfs maar de humuslaag in dat stukje bos te kunnen verwijderen.
- Gevechtsportwetenschapper drs. Bloem onderwierp Henk een dag lang op sportcentrum Papendal aan een groot aantal zware testen, zowel fysiek als psychisch. Bloem concludeerde dat Henk met een aan zekerheid grenzende waarschijnlijkheid noch over de psychomotorische randvoorwaarden noch over de benodigde vechttechnische competentie beschikte. Bloem formuleerde:
‘Uitgaande van het verschil in lichaamsbouw en het ontbreken van aantoonbare anatomische of toxicologische sporen, die wijzen op het gebruik van hulpmiddelen of een fysieke overweldiging, is Henk met een aan zekerheid grenzende waarschijnlijkheid niet in staat is geweest om Pim Overzier van het leven te beroven door verwurging of verstikking.’ - Patholoog-anatoom dr. Van der Goot heeft op eigen initiatief een onderzoek en een reconstructie gedaan naar de mogelijkheid dat een aanzienlijk lichtere en kleinere man een man als Pim Overzier kan tillen en verplaatsen over een afstand van 100 meter. Hoewel Pim Overzier blijkens metingen tijdens de sectie 192 cm lang bleek te zijn, is Van der Goot uitgegaan van 185 cm en 80 kg. De ondergrond van de reconstructie was een betegelde vloer of asfalt, dit in tegenstelling tot het bos waar Pim Overzier werd begraven.
Ondanks dat deze situatie gemakkelijker was, bleken proefpersonen overeenkomend met het postuur van Henk (175 cm en 65 kg) niet in staat hem in een auto te tillen en over een afstand van 100 meter te verplaatsen. Van der Goot wees erop dat er op het lichaam van Pim Overzier en op zijn kleding geen sporen van verslepen zijn aangetroffen, noch sporen van aarde en dergelijke.
Van der Goot wees er tevens op dat Henk hartpatiënt is. - Professor Derksen bestudeerde hoe de patholoog-anatoom de positionering van de kleding van Pim Overzier beschreef. Op basis van deze beschrijving werkte hij uit, dat Pim door twee personen (of meer) moet zijn gedragen.